Je begint nu te lezen, en als je over pakweg twee minuten dit artikel uit hebt, is de de Nederlandse staatsschuld weer zo’n 35.000 euro hoger geworden. Iedere seconde komt er 282 euro en 33 eurocent bij.

Dat is het tempo waarmee Z24’s Staatsschuldmeter in 2014 tikt. Iedere seconde weer 282 euro er bij. Iedere minuut 16.940 euro. Elk uur iets meer dan een miljoen euro. En elk etmaal ruim 24 miljoen euro. Je vindt de Staatsschuldmeter rechts onderaan op de frontpage van  Z24.

Nederland begon dit jaar met een staatsschuld (officieel: ‘EMU-schuld’, zie uitleg onderaan dit artikel) van bijna 450 miljard euro. Op oudejaarsavond 2014 staat de meter naar verwachting bijna 9 miljard euro hoger.

Op dat moment drukt op elk van de 16.832.255 Nederlanders een staatsschuld van 27.256 euro. Per persoon is er dan 528 euro bijgekomen – zeg maar: een nieuwe smartphone voor iedere Nederlander.

Het zijn enorme bedragen. Maar in het licht van het recente verleden valt het eigenlijk nog mee. Het is zelfs jaren geleden dat de Staatsschuldmeter zo langzaam opliep. In 2009 kwam er gemiddeld per seconde slechts 27 euro bij. Maar dat kwam alleen maar doordat banken reddingsgeld terug betaalden, het begrotingstekort was met 5,6 procent van het bbp juist het hoogste van de eeuw.

Het tempo waarmee de staatsschuld de afgelopen zeven jaar opliep, zie je in de grafiek hieronder. In rampjaar 2008 moest de overheid ABN Amro, Fortis Nederland en ASR redden, waardoor de schuld over het hele jaar gemiddeld met 2.807 euro per seconde steeg!

Tussen 2010 en 2013 tikte de Staatsschuldmeter telkens minimaal 700 euro per seconde verder. In 2014 zakt dat naar verwachting terug tot een derde van dat bedrag. De economie trekt voorzichtig aan, de bezuinigingen en lastenverzwaringen maken de begroting wat gezonder.

Desondanks blijft de schuld natuurlijk ook in 2014 stijgen. Voor de crisis, in 2007, bedroeg de staatsschuld 259 miljard euro. Aan het einde van dit jaar is dat 459 miljard. Een toename van 200 miljard.

Per Nederlander steeg de staatsschuld sinds 2007 met maar liefst 11.882 euro. Genoeg om een  een nieuwe keuken van kopen. Of een leuk autootje.

Berekening

Achter Z24’s Staatsschuldmeter zitten berekeningen en aannames. We gaan er van uit dat de staatsschuld gedurende de tijd geleidelijk oploopt. In werkelijkheid gaat dat in stappen, omdat de uitgaven en inkomsten van de overheid pieken en dalen vertonen en omdat het Agentschap van de Generale Thesaurie, die de Nederlandse staatsobligaties uitgeeft dat uiteraard niet iedere dag doet.

Voor onze meter gebruiken wij de ruime definitie van staatsschuld: de EMU-schuld. Daarin zit de schuld van de Rijksoverheid, maar ook die van lagere overheden. Deze EMU-schuld moet volgens de regels van het Stabiliteitspact eigenlijk onder de 60 procent van het bruto binnenlands liggen.

Voor de praktische berekening van de snelheid waarmee de Staatsschuldmeter tikt, nemen we het verschil van de EMU-schuld ultimo 2013 en 2014. Voor de berekening van laatste cijfer gebruiken we de meest recente CPB-raming van het bbp en de EMU-schuldquote. De toename van de schuld in 2014, delen we door het aantal seconden in 2014 voor de toename per ‘tik’.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl